De raad van Hellevoetsluis heeft besloten om planschade toe te kennen aan een familie op de Westzanddijk.
In 2007 was een eerdere aanvraag afgewezen. De heer Van Twigt en zijn partner hadden in 2005 een verzoek tot planschade ingediend bij de gemeente Hellevoetsluis.
Van Twigt is van mening dat zij schade hebben geleden vanwege de gewijzigde bepalingen opgenomen in het bestemmingsplan Vesting.
Het zou gaan om een bedrag van circa € 7.000,- waardedaling van het woonhuis van Van Twigt Na de eerste afwijzing van dit verzoek heeft de volhardende Van Twigt bezwaar en uiteindelijk beroep aangetekend tegen deze beslissingen.
Op 10 februari 2010 heeft de arrondissementsrechtbank een tussenvonnis gewezen, waardoor Van Twigt in het gelijk is gesteld. Dit heeft als gevolg dat de raad uiteindelijk positief moest besluiten op
Aan Van Twigt is de € 7.000,- met de daarbij horende wettelijke rente en een vergoeding voor de juridische kosten toegewezen.
In 2005 zijn meerdere verzoeken tot planschade van dit bestemmingsplan ingediend. Van Twigt is echter de enige die vasthoudend genoeg is geweest om verder te procederen. Dit was aanleiding dat sommige leden van de raad van mening waren dat ook andere verzoeken ten aanzien van dit bestemmingsplan opnieuw moesten worden beoordeeld. LvB, Pvda, Sp, Cda, D66 en GL diende daarvoor een motie in.
IBH en VVD waren van mening dat de beslissing en verantwoordelijkheid om verder te procederen bij de indieners zelf moest blijven en dat de gemeente niet zomaar dossiers opnieuw moet evalueren. Wethouder Hofman benadrukte dit standpunt en voegde hieraan toe dat iedere zaak zijn eigen juridische grondslag heeft en de omstandigheden niet gelijkwaardig hoeven te zijn. Hierbij melde hij ook dat ten aanzien van de zaak Van Twigt het dossier nog niet geheel is afgerond, aangezien er slechts een tussenvonnis is uitgesproken.
Bij de uiteindelijke stemming is de motie afgewezen. De gemeente gaat niet uit eigen beweging over tot heroverweging van afgewezen verzoeken.