Het college van Burgemeester & Wethouders van Hellevoetsluis heeft tot dusverre niet laten zien waar zij zullen gaan snijden in de uitgaven behalve op een paar gebieden waar het juist niet kan. Een paar voorbeelden hiervan zijn te vinden in het collegevoorstel “Herijking subsidies”: het ServiceBureau Ouderen (SBO) moet dit jaar al 15% bezuinigen en dat loopt in 2014 op tot 49%. De stichtingen Peuterspeelzalen moeten dit jaar 16% inleveren, en dat loopt in 2014 op tot 53% (€375000). De Rotterdampas wordt volledig afgeschaft. Wat kan dat betekenen? Dat een grote groep ouderen die nu nog dagelijks een warme maaltijd krijgen aangeleverd, dan nog maar eens in de week een stapel diepvriesmaaltijden in de vrieskast krijgen: verdwijnen van sociale controle en aanmerkelijke vermindering van leefconfort. Dat de Hellevoetse peuterspeelzalen volledig in het ongewisse zijn met betrekking tot de peuteropvang die ze op korte termijn nog kunnen aanbieden, de kosten die ze de ouders daarvoor moeten doorberekenen, of drastisch inkrimpen op het aantal leidsters die zij aan het werk kunnen houden. Of dat mensen die van een minimuminkomen moeten rondkomen, hun laatste mogelijkheden tot enig vertier kwijtraken als zij het volle pond moeten betalen.
Dat zijn de keuzes die dit college maakt, onvoorwaardelijk gesteund door de coalitiepartijen IBH en VVD. Want dat is precies wat het is, een kwestie van keuzes maken. De Partij van de Arbeid maakt dan ook andere keuzes; in elk geval keuzes die een goed sociaal klimaat in onze gemeente in stand houdt. Keuzes waarbij de mensen met de zwakste schouders in elk geval maximaal ontzien worden. Aanmerkelijke bezuinigingen kunnen ook gehaald worden door een paar infrastructurele projecten, zoals de bouw van een parkeergarage of een nieuwe brug ten zuiden van het winkelcentrum De Struytse Hoeck te schrappen of op de lange baan te schuiven. Of de aanleg van een museumkade in de Vesting uit te stellen in deze tijd dat we onze culturele instellingen met de andere hand voor tienduizenden euro’s afknijpen. Of door twee rotondes bij de Ravense Hoeck niet voor veel geld op te pimpen “omdat dat in 2004 zo in het bestek was besloten”.
En als we al deze andere bezuinigingsbronnen volledig afgeroomd hebben, en we hebben dan nog fondsen nodig om de sociaal-culturele omgeving van Hellevoetsluis in stand te houden, dan moeten we misschien eens afstappen van iets dat inmiddels wel een prestigeobject van dit college lijkt te zijn: ondanks de nijpende financiële situatie tot elke prijs het kampioenspodium van de goedkoopste gemeente te willen zijn. In 2011 is Hellevoetsluis landelijk de Bronzenmedaillewinnaar geworden door van de 4e naar de 3e plaats op te klimmen van gemeenten met de goedkoopste woonlasten van het land. Binnen de stadsregio Rotterdam is Hellevoetsluis zelfs koploper, getuige het volgende staatje (volgens gegevens van het Centrum voor Economisch Onderzoek van de Lager Overheden):
Want op zich is het natuurlijk prachtig voor onze burgers dat hun woonlasten zo laag zijn, maar dat mag natuurlijk geen doel op zich zijn, net zo min als afslanken voor een anorexia nervosa-patiënt een fijn doel is. De woonlasten zijn immers via de OZB een van de meest belangrijke bronnen van inkomsten voor de gemeente, inkomsten die noodzakelijk zijn om weer andere kosten te kunnen betalen, zoals zorg voor ouderen, deskundige peuteropvang en ondersteuning van de minder bedeelden. Even een klein rekensommetje: als we bereid zijn om onze woonlasten te verhogen naar het niveau van de 2e goedkoopste in de regio, Brielle, dan kost dat per gezin gemiddeld 74 euro per jaar en levert dat de gemeente ruim 1250000 (één en een kwart miljoen) euro op, genoeg om in één klap de bezuinigingen op de subsidies onnodig te maken en nog ruim wat over te houden voor andere kosten die op de gemeente afkomen.
Het is dus inderdaad een kwestie van keuzes maken. We weten dat met name de VVD onmiddellijk in een kramp schiet als er sprake is van het verhogen van lasten. En zij hebben gelijk dat het niet nodig hoeft te zijn: als we landelijk alleen maar een 2e JSF-toestel aanschaffen, en niets besteden aan sociale voorzieningen of aan onderwijs of, meer lokaal, er voor kiezen om in Hellevoetsluis uitsluitend de Noordelijke Randweg aan te leggen, en de subsidies allemaal af te schaffen, dan zijn we inderdaad uit de financiële problemen. Wij wel! De meer kwetsbaren onder ons echter niet.
De keuze die de Partij van de Arbeid in dat geval maakt, als we de bezuinigingen in redelijkheid niet anders kunnen dekken, als we het overtollige vet overal weggesneden hebben, is om dan inderdaad de lasten te verhogen op een manier die recht doet aan het principe “de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten”. Dat kost ons dan maar die 1e plaats, maar we zitten dan nog ver beneden de gemiddelde woonlasten, zowel landelijk als in de regio; we hoeven ons dus echt niet te schamen. Door op die manier onze broekriem aan te halen bereiken we wel dat de automobilist zijn Noordelijke Randweg krijgt, dat onze ouderen dagelijks hun warme hap blijven houden, dat de peuterspeelzalen adequaat geleid blijven worden, en dat onze minima nog een enkel douceurtje overhouden en gecompenseerd kunnen blijven worden voor ondragelijke kosten. Natuurlijk zouden ook wij graag een perspectief willen bieden waarin de lasten heel laag blijven, en dat we alle verworvenheden kunnen behouden, maar dat kan nu eenmaal niet. Dus moeten we keuzes maken, en dit is de keuze die de PvdA dan voorstaat: de broekriem wat meer aanhalen daar waar de vetzucht zit, en afblijven van de broekriem daar waar men leidt aan anorexia.
Samenvattend, gaat het om de discussie: lage woonlasten en maximale inzet op bezuinigingen (de keuze van VVD en in haar kielzog het IBH, belasten van de minst sterke schouders), of gereduceerde bezuinigingen en acceptabele stijging van de woonlasten (de keuze van de PvdA, belasten van de sterkste schouders).
Het is dus de keuze van het gemeentebestuur om ook de minst draagkrachtigen te laten bijdragen aan de bezuinigingen. En dat is apert een andere keuze dan de PvdA zou willen doen.