De plant staat bij kenners bekend als een agressieve indringer. Hij groeit snel en wordt met gemak meer dan drie meter hoog.
Door zijn enorme groeikracht en zijn vermogen om overal te groeien (droge en natte grond, voedselrijk en voedselarm, zand, klei en veen) en in al die situaties de andere kruiden en struiken te verdringen, wordt de plant internationaal tot de schadelijkste exoten gerekend.
Natuurbeheerders zijn er dan ook niet blij mee. In Europa is zich een botanische ramp aan het voltrekken omdat de plant hier geen natuurlijke vijand heeft in de vorm van insecten of schimmels.
Maar er is nog een ander gevaar. De plant kan door scheuren in de fundering huizen binnengroeien, groeit door asfalt heen en breekt zelfs betonplaten. In de Verenigde Staten en Engeland is de Japanse duizendknoop al een enorme plaag en de plant zorgt daar voor miljarden extra kosten bij spoorwegen en bouwprojecten. Vanwege de ecologische en economische schade hebben deze landen inmiddels wetgeving ingesteld tegen de verspreiding van de plant. Op bouwlocaties moet Fallopia japonica eerst worden bestreden; het Fallopia-vrij maken van het terrein voor de Olympische Spelen heeft tonnen gekost.
In Nederland gebeurt het nog steeds dat argeloze tuiniers de Japanse duizendknoop in hun tuin planten. Hij is ook populair bij bloemschikkers en komt zo vaak bij het tuinafval terecht. Een snippertje van een centimeter lang is voldoende om een nieuwe plant te vormen. Voortwoekering gebeurt via de wortelstokken die tot wel drie meter diep in de bodem kunnen groeien. Uittrekken is dan ook onmogelijk. In de staat Washington wordt de plant intensief bestreden met chemische middelen (glyfosaat), zelfs in natuurgebieden, om de waardevolle habitat van beken en beekoevers niet te verliezen aan deze plant. De EPPO (European and Mediterranean Plant Protection Organization) raadt landen die door deze plant worden bedreigd sterk aan om maatregelen te treffen om verdere introductie en verspreiding te voorkomen door verbod op verkoop en aanplant. Al bestaande populaties moeten intensief bestreden worden. Waar het gebruik van chemische middelen onmogelijk is, moet de plant iedere veertien dagen gemaaid worden, waarbij het snoeisel zorgvuldig afgevoerd en vernietigd moet worden. Want ieder sprietje kan uitgroeien tot een nieuwe kolonie.
Situatie in de regio
Ook op Voorne-Putten is Fallopia japonica bezig met een stevige opmars. De plant wordt in steeds meer gebieden gesignaleerd en men probeert hem met enkele maaibeurten per jaar binnen de perken te houden. Deze aanpak heeft echter onvoldoende effect en bovendien zijn niet alle plekken goed bereikbaar voor de maaiers. Ook binnen de bebouwde kom is de Japanse duizendknoop zich razendsnel aan het vermeerderen.