Westvoorne kiest voor Jeugdhulpverlening per individu voor een GOSA-regisseur.
Voor Jeugdhulpverlening met een groepsaanpak wordt de BEKE-methodiek ingezet. Gemeente Westvoorne voert de regie over de jeugdhulpverlening.
De uitvoering ligt bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) of andere reguliere hulpverlening.
Op woensdagmiddag 14 september organiseerde Westvoorne van 14.00 tot 16.00 uur een bijeenkomst op het gemeentehuis voor alle professionals die met kinderen of jongeren werken. Onder andere medewerkers van scholen, peuterspeelzalen, jongerenwerk en politie waren aanwezig. Tijdens deze bijeenkomst werd uitgelegd wat GOSA en BEKE precies inhouden en welke rol de professionals in de jeugdhulpverlening hierin (kunnen) spelen. Ook het verschil met het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) kwam aan bod. Na afloop vertrok het gezelschap naar het CJG om daarvan de officiële opening mee te maken.
GOSA-methodiek
Als er binnen de reguliere hulpverlening niet de juiste hulp geboden kan worden, wordt de casus opgeschaald naar de GOSA-regisseur. GOSA staat voor Gemeentelijke Organisatie Sluitende Aanpak. Deze regisseur is zelf geen hulpverlener, maar bewaakt het proces van de hulpverlening aan gezinnen/ jongeren met multiproblematiek. De regisseur werkt hierbij nauw samen met onder meer de politie en Bureau Jeugdzorg. De afspraken die tussen deze partijen gelden, zijn vastgelegd in een GOSA-convenant, dat de 14e ondertekend werd.
BEKE-methodiek
Problematische jeugdgroepen worden vanaf nu aangepakt volgens de BEKE-methodiek.
Het gaat hierbij om jongeren tot 23 jaar, die in groepsverband overlast en gevoelens van onveiligheid veroorzaken. De methode gebruikt de ‘shortlist groepscriminaliteit’ die door alle regiokorpsen van de politie ook wordt gebruikt. Problematische jeugdgroepen worden in beeld gebracht en onderverdeeld in hinderlijke, overlastgevende of criminele jeugdgroepen. Op basis van deze informatie wordt er per groep een aanpak geformuleerd en uitgevoerd. Bij de aanpak zijn altijd de gemeente, de regiopolitie, het Openbaar Ministerie en organisaties voor jeugd- en jongerenwerk betrokken. Afhankelijk van bestaande overlegvormen of van de problematiek, kunnen ook andere organisaties bij de aanpak betrokken zijn. Te denken valt aan: de leerplichtambtenaar, Halt, Bureau Jeugdzorg, de Raad voor de Kinderbescherming of onderwijsinstellingen. Waar GOSA zich uitsluitend richt op individuele jongeren, wordt binnen de BEKE-aanpak ook de groep als geheel aangepakt. Ook hier zijn de gemaakte afspraken tussen de partijen vastgelegd in een convenant.