De gemeente Spijkenisse is op 1 januari 2011 samen met politie gestart om groepen jongeren, die in een vaste groep op dezelfde locatie te vinden zijn, te benaderen om hen een positief toekomstperspectief te bieden.
Deze aanpak staat landelijk bekend als de groepsaanpak Beke. In Spijkenisse is de groepsaanpak, mede dankzij de aanstelling van een regisseur, zeer succesvol.
Dertig jongeren uit Spijkenisse hebben de draad weer kunnen oppakken. Zo zijn ze begonnen aan een opleiding of hebben ze een baan gevonden. Een aantal jongeren is onder begeleiding bezig om hun drugs- of alcoholgebruik onder controle te krijgen.
Jaarlijks worden de groepen jongeren, die voor de groepsaanpak Beke in aanmerking komen, in kaart gebracht. Het gaat hier om jongeren die in een vaste groep steeds op dezelfde plek te vinden zijn. De groepsaanpak is er op gericht om overlastervaringen voor bewoners weg te nemen en de individuele jongere uit een groep een steun in de rug te bieden. Jongerenwerkers, wijkagenten maar ook hulpverleners trekken gezamenlijk op om de jongeren en hun ouders te helpen in het vinden van oplossingen voor problemen, die vaak tijdelijk zijn. Die kunnen te maken hebben met school, werk, huisvesting of bijvoorbeeld het gebruik van drugs en of alcohol.
Daarnaast is er ook aandacht voor bewoners die overlast van de jongerengroep ervaren. De opbouwwerker maakt contact met deze bewoners en brengt hun klachten in beeld om de wijkagent en jongerenwerker zo goed als mogelijk van informatie te voorzien. Ook kunnen deze bewoners zeer bruikbare suggesties hebben voor de openbare ruimte waar de jongeren verblijven.
Begin 2011 is een gemeentelijk Beke-regisseur aangesteld. Deze regisseur volgt de jongeren in hun vorderingen en successen en zorgt voor een goede afstemming tussen jongerenwerk, wijkagent en hulpverlening.