Pas geleden was het al te lezen in het AD dat de Gemeente Bernisse zijn bedenkingen heeft bij het bedrijventerrein aan de Groene Kruisweg tussen Spijkenisse en Geervliet.
Al lange tijd verwonder ik mij over de bouwdrift in Spijkenisse, het ene na het andere kantoorpandje moet uit de grond gestampt worden. Spijkenisse zorgt er daarbij ook voor dat deze zo inefficient mogelijk gebouwd worden, vele kleine pandjes die zoveel mogelijk grond opslokken. Neem het bedrijvenstrookje langs de Groene Kruisweg een groot aantal kleine pandjes. Had daar niet gewoon 1 groter en statiger gebouw kunnen komen met een parkeergarage eronder? Aan een hoofdweg mag best zo’n pand geplaatst worden, daarnaast had je waarschijnlijk nog niet de helft van de ruimte nodig gehad die nu verbruikt is.
Ook het nieuwe bedrijventerrein tussen Geervliet en Spijkenisse zal vast weer een streling voor het oog zijn. Hier moet een mega caravan opslag komen voor 800/900 caravans. Ik kan me zo voorstellen dat dit behoorlijk wat vierkante meters gaat innemen, maar hoeveel arbeidsplaatsen komen er nu uit zoiets voort?
Waarom word er niet eerst eens goed gekeken naar wat er met onze huidige bedrijventerreinen aan de hand is! Een simpele zoekopdracht op internet legt al ruim 40.000m2 verhuurbare bedrijfs- en kantoorruimte bloot!! (Dit komt o.a. door het voormalige Tebodin gebouw 7170m2 en Nedcap gebouw 3554m2) Deze ruimte zou al behoorlijk wat werkgelegenheid opleveren. Daarnaast hebben we terreintje tussen de Breeweg en de Randweg. Dit afzichtelijke stukje bedrijfsterrein had al lang opgeknapt kunnen worden, een paar mooie flinke panden en je kan hier behoorlijk wat kantoorruimte creeeren met echte arbeidsplaatsen i.p.v opslag loodsen. Aan de andere kant van de weg waar voorheen de Oude Maas stond is ook weer veel ruimte vrij gekomen voor een paar prachtige panden. Kortom er is ruimte genoeg om panden te plaatsen, maar laten we er vooral voor zorgen dat er:
1) niet voor de leegstand word gebouwd
2) huidge ruimte slimmer word ingevuld
3) oude bedrijventerrein revitaliseerd worden
Dennis C. Kabbedijk
