Het is een geweldige steun in de rug van de man. Weer een taboe doorbroken. De ondergrondse zelfhulpgroep voor slachtoffers van zeurende vrouwen kan eindelijk een status krijgen in onze maatschappij. De groep schijnt zelfs een claim in voorbereiding te hebben ter compensatie van de geleden immateriële schade. In het onderzoek werden 480 vrouwen ondervraagd over een man. 450 vrouwen hadden “iets op te merken”. Eigenlijk hadden ze (weer) gewoon, bijna allemaal, iets te zeiken. Wij mannen weten al jaren te dealen met het feit dat je het nooit goed kan doen. De kleur van de sokken, te weinig initiatief, te veel initiatief, te laat, te vroeg, ongeschoren prikt, geschoren is niet stoer, te hard rijden, te langzaam, nagels te kort of te lang. En zo kunnen wij mannen honderden voorbeelden noemen. Het is bij een vrouw nooit goed. Eigenlijk zouden we het dan uit willen schreeuwen: “Zeik niet”. De angst voor nog meer gezeur weerhoud ons ervan. Wij mannen hebben ook onze eigen taal ontwikkeld om aan te geven dat er wordt gezeurd. Het zijn vaak korte zinnen of een enkel woord. Vaak te herkennen als:
Welnee = ouwehoer niet en doe het lekker zelf als je het beter kan.
Valt mee = hou op met het bloed onder m’n nagels vandaan te halen en ga wat zinnigs doen.
Ja morgen = ik hoop dat je het dan bent vergeten en je hebt dan vast wel weer wat anders om over te zeiken.
Ik heb nog zo mijn best gedaan = wist van te voren dat je wat te mekkeren had en je lult maar een eind weg.
Sorry wat zei je schat? = tering hou die klep nu eens dicht, je bent net je moeder.
Het feit dat de vrouw het nu eindelijk eens van een ander hoort, is een enorme opsteker. De onderzoekers kunnen wat mij betreft direct richting Noorwegen om de Nobelprijs op te halen. Of dit ook zal gebeuren is maar de vraag. Volgens de vrouwen deugde het onderzoek niet. Voor 43% was het te warm in de kamer en 38% vond het te koud. De rest vond het wel lekker in de kamer, maar vonden het niet kunnen dat de onderzoeker tennissokken aan had.
Marco