O denneboom, o denneboom,
Wat zijn uw takken wonderschoon
Ik heb u laatst in ’t bos zien staan,
Toen zaten er geen kaarsjes aan.
O denneboom, o denneboom,
Wat zijn uw takken wonderschoon.
O dennenboom zou zijn voortgekomen uit een tekst van een zestiende-eeuws Silezisch volksliedje van de hand van de populaire componist Melchior Franck (1579–1639), Ach Tannenbaum (“Och spar”). De Duitse filoloog Georg Büchmann (1822–1884) wijst echter in zijn literaire citatenverzameling uit 1864 Geflügelte Worte op een nog oudere bron, het lied Es hing ein Stallknecht seinen Zaum (“Daar hing een stalknecht zijn toom”), dat al tussen 1550 en 1580 de volgende strofe bevatte:
O Tanne, du bist ein edler Zweig,
Du grünest Winter und die liebe Sommerzeit
Wenn alle Bäume dürre sein
So grünest du, edles Tannenbäumelein
(“O spar je bent een edele tak, je kleurt groen in de winter en in de lieve zomertijd. Als alle bomen dor zijn, dan kleur je groen, edel sparrenboompje”.)
De Duitser Joachim August Zarnack (1777–1827), naast predikant en weeshuisdirecteur ook verzamelaar van volksliedjes, schreef geïnspireerd door deze tekst in 1819 O Tannenbaum een tragisch liefdeslied, waarin de spar de betrouwbaarheid symboliseert tegenover de ontrouwe minnaar.
Kerstlied werd het pas toen Ernst Anschütz (1780–1861), leraar uit Leipzig, in 1824 de tekst herschreef. Hij behield het eerste vers van Zarnack en voegde er twee verzen aan toe, waarin de ‘Dennenboom’ als kerstboom bezongen werd. Kerstbomen waren intussen onderdeel van het kerstfeest geworden. Het eerste vers bevatte bij Zarnack de tekst Wie treu sind deine Blätter, vanwege het contrast tussen de trouwe boom en de ontrouwe geliefde. In het lied van Anschütz bleef dat gehandhaafd, tot in de twintigste eeuw de tekst Wie grün sind deine Blätter populair werd.
De melodie is van een bekend volkswijsje uit de zestiende eeuw, dat onder andere als Es lebe hoch der Zimmermannsgeselle (“Hoera voor de timmermansgezel”) al vóór 1799 gezongen werd en ook als studentenlied (Lauriger Horatius: “gelauwerde Horatius”) populair was.
Het kerstlied werd in vele talen vertaald, zo ook in het Nederlands, waar de spar door dichterlijke vrijheid of wellicht eenvoudig als germanisme in een den veranderde. Omdat het lied met zijn melodie zo bekend en eenvoudig te zingen is, worden er wereldwijd nogal eens andere teksten op de melodie gedicht. Zo ook het officiële volkslied van Maryland sinds 1939: Maryland, my Maryland, dat in 1861 werd geschreven door James Ryder Randall.
zo, weer wat geleerd.