Nog een paar nachtjes slapen en dan is het zover. Nog een paar nachtjes en dan is het voorbij. Nog een paar nachtjes en dan is die tering Sinterklaas weer weg. Ja, vergeef me de uitspraak, maar bij ons in de familie is tering en Sinterklaas net zo met elkaar verbonden als blond en dom, zwart en somber, winter en schaatsen. Met andere woorden: feitelijk is de combinatie niet op waarheid berust, maar emotioneel zijn ze wel verbonden.
Tering Sinterklaas is een begrip geworden in onze familie, doordat één van de kleine kinderen jaren geleden tijdens het heerlijk avondje vond dat hij wat laat zijn cadeautje kreeg. Terwijl bijna elk ander kind en volwassene zijn of haar cadeau had, was de kleine driftkikker in de veronderstelling dat hij was vergeten. En zo schreeuwde de 6 jarige op vol volume door de kamer: “die tering Sinterklaas is mij vergeten”.
U begrijpt dat bij ons in huis 5 december en de dagen daar vlak voor, nooit meer hetzelfde zijn geweest. Het is wel zo dat ik de laatste jaren een enorme teringhekel aan die ouwe bisschop heb gekregen. Jarenlang ben ik gedwongen te liegen tegen mijn kinderen en moest ik op pakjesavond de meest idiote acrobatische toeren uithalen om zowel op de deur te bonken, een zak neer te zetten en de banketletter uit de oven te halen. Eén jaar is het misgegaan. Toen lag de banketletter voor de deur en stond ik op de ovendeur te bonken.
Aan het avondje zelf vond ik de laatste jaren ook al niets meer aan. De voornemens waren goed. “Rustig aan” zeiden we altijd. Kopje koffie, cadeautje, kopje koffie, cadeautje, biertje, cadeautje, enzovoort. Dan duurt de avond lekker lang. Maar verder dan goede bedoelingen kwamen we niet. Zodra er 4 zakken met cadeaus “ineens” in de kamer stonden schakelde het kleutergilde van de status hyperactief, naar de status OIKJ (ongecontroleerd inhalig kut jong). Met pupillen zo groot als schotels en met schuim op het melkgebitje schreeuwden ze: “ik, ik, ik, cadeau, nu!” En wat doe je als moderne ouder: Je geeft zo snel mogelijk de cadeaus. Je kan er maar vanaf zijn. Ondertussen maak je de enorme fout om marsepeinen kikkers gevuld met sloten kleurstof in elk stuiterend kind te mikken.
Vervolgens ga je met het zweet op je voorhoofd, al horden lopend, door de kamer op zoek naar batterijen, want die had die tering Sinterklaas er weer niet bij gedaan. En ondertussen gewoon koffie inschenken. Dan komt ook het moment dat je constateert dat er tegenwoordig geen speelgoed meer gemaakt wordt waar geen geluid uitkomt. En de OIKJ-en weten het altijd voor elkaar te krijgen dat ze allemaal tegelijk hun speelgoed op vol volume aan krijgen. Op dat moment kom je ook tot de ontdekking dat opa de jenever al gevonden had voor het tweede kopje koffie, als hij luidkeels zie ginds komt de stoomboot inzet. En dat is ook het moment dat tante Annie tot de ontdekking komt dat ze ook nog een boterletter had meegenomen, maar dat die waarschijnlijk net in de plastic tas zit, waar je net de resten cadeaupapier in staat aan te stampen.
Als na een uur de rust enigszins, onder dreiging van de ME, is teruggekeerd, rest vaak een enorme berg karton, plastic en papier van uitgepakte cadeaus. Dat wordt de volgende dag weer tweemaal rijden naar de Stadswerf. De laatste woorden die je voor het slapen nog kan zeggen zijn: “volgend jaar doen we het anders”.
Zo dan ga ik nu maar aan mijn surprise beginnen. Ik maak een hele smerige fles jenever voor mijn vader en we vieren het bij tante Annie. Laat ik de boterletter niet vergeten.
Op naar de kerst, kan ik die tering boom weer optuigen. Ik ben dol op de feestdagen.
M@rco