Donderdag 1 juli 2010 heeft de gemeenteraad van Hellevoetsluis unaniem de jaarrekening van 2009 en de bestuursrapportage vastgesteld, waarbij verantwoordelijk wethouder mevrouw de Jongh een redelijk aantal veren kreeg aangeboden door raadsleden, die zij naar eigen believen ergens op of in kon steken.
Dit is natuurlijk figuurlijk bedoeld, maar de algemene teneur was positief over de voorliggende financiële rapportages.
De jaarrekening is de verantwoording van de begroting over het afgelopen jaar. In de begroting staan ramingen over te verwachtte uitgave van de gemeente en met de jaarrekening wordt verantwoording afgelegd over de daadwerkelijke kosten. De accountant heeft geconstateerd dat er vele verschuivingen zijn geweest op de diverse budgetten, maar dat de gemeente in principe geld overhield, welke naar de algemene reservepot is gegaan. De heer van der Kooij (IBH) vond dat wethouder de Jongh (verantwoordelijk wethouder financiën) goed haar best had gedaan om de geldstroom binnen de perken te houden, net zoals het thuis gaat. Complimenten waren er voor de leesbaarheid van de jaarrekening. Het is in de loop der jaren steeds minder dik geworden, waardoor de leesbaarheid er op vooruit is gegaan.
In het verlengde van de jaarrekening is donderdag ook gelijk de bestuursrapportage (Berap) gepresenteerd en geaccordeerd. De Berap is een soort tussenrapportage van de (huidige) financiële stand van zaken van het huishoudboekje van de gemeente. Ook daar kwamen geen verrassingen naar voren, maar toch deden enkele partijen nog wat suggesties om besparingen door te voeren. Zo suggereerde mevrouw van Balen (LVB) dat ambtenaren die bijna niets te doen hebben, dat zij hun collega’s gaan ondersteunen die het wel druk hebben. Op deze wijze kunnen kosten voor inhuur worden beperkt. Wethouder de Jongh reageerde hierop dat bij langdurige ziekte van ambtenaren zij wel moet inhuren, om de werkdruk van andere collega’s op die afdeling niet op te laten lopen.
Tot slot werd er nog een extra agendapunt over de molenbiotoop ingelast. Een paar jaar geleden zijn er huizen gebouwd naast de molen in de vesting. Een aantal huizen blijken 41 centimeter te hoog te zijn gebouwd om de molen te garanderen van voldoende wind, de zogenaamde molenbiotoop. Aan het college werd gevraagd hoe de stand van zaken is met betrekking tot dit dossier, aangezien de procedure al twee jaar loopt. Verantwoordelijk wethouder Hofman zie hierover dat is gebleken dat het toezicht op de bouw niet had gefaald. Tijdens de bouw kon de bouwinspecteur niet zien hoe hoog de stoep zou komen omdat deze nog niet was aangelegd. Pas nadat het dak erop zat en de woningen bijna klaar waren is er een stoep aangelegd en kon er gemeten worden.
Het college is nu aan het overwegen of zij de bouwer een nieuwe bouwaanvraag laat aanvragen om de boel te legaliseren. In het bestemmingsplan staat namelijk dat het college toestemming mag geven om 10% af te wijken van de maatvoering genoemd in de bouwvoorschriften. De 41 centimeter valt binnen deze 10% regeling, dus zou het zo gelegaliseerd kunnen worden. Momenteel wordt onderzocht of het college deze afwijking in relatie met de molenbiotoop kan toestaan. Wellicht zou een aanpassing van het huidige bestemmingsplan ook een oplossing kunnen bieden. De wethouder zou trachten om in september de raad verder te informeren over de goede oplossing.