VPinfo

Onderzoek in moordzaak nog steeds niet afgerond

moordplaats02Er zijn drie mogelijkheden bij de moord op de 50-jarige Joke in augustus 2009. Haar man, Ernst L., is de dader, hij is onschuldig en er is een onbekende dader, of hij is onschuldig en beschermt iemand.

Het openbaar ministerie gelooft niet in de verklaring van de verdachte dat het paar tijdens een wandeling in het Bernissegebied bij Simonshaven overvallen werd.

Om alle mogelijkheden uit te sluiten wil het OM een aantal aanvullende onderzoeken laten doen. Op de kleding van de man zijn pollen en zaden aangetroffen. Die moeten vergeleken worden met de grond waarop de man gelegen heeft. Alleen Ernst L. kan zich die plek niet meer herinneren. De kleding moet ook op schotresten worden onderzocht omdat de verwondingen bij het slachtoffer toegebracht kunnen zijn door een vuurwapen.

Bij het lichaam van het slachtoffer zijn sigarettenpeuken en kogelhulzen gevonden. Daarop is ook DNA aangetroffen. Het onderzoek naar het DNA is nog in volle gang. Als er geen match gevonden wordt, moeten ook de hulpverleners DNA afstaan. De verdediging wil graag dat het profiel van een schoenafdruk wordt onderzocht. Hiervoor moet een Canadese deskundige ingeschakeld worden, en dat zou wel eens lang kunnen duren.

De zaak is donderdag terugverwezen naar de rechter-commissaris met de opdracht de onderzoeken te laten uitvoeren en te zorgen dat de resultaten bekend zijn als de zaak inhoudelijk wordt behandeld. Dat zal een lange zit worden, want er worden in ieder geval twee getuigen-deskundigen gehoord. Ook wil het OM beelden vertonen die door een observatieteam van de verdachte zijn gemaakt. Die beelden moeten aantonen dat de man lichamelijk in staat was om de vrouw om het leven te brengen.

Of de verdachte tijdens de inhoudelijke zitting een verklaring wenst af te leggen is afwachten. Vanaf het moment dat de man door het OM niet meer als getuige maar als verdachte wordt beschouwd, beroept hij zich op zijn zwijgrecht. Hij was ook niet bij de zitting aanwezig. Zijn advocaat stelt dat er geen sprake is van tegenwerking, maar dat zijn cliënt alles vertelt heeft wat hij weet en niet gelooft wordt. Voor Ernst L. houdt het daarmee op.

 

Mobiele versie afsluiten