Spijkenisse heeft al een erepenning, voor mensen die zich vanuit hun functie voor de samenleving inspannen. Nu is daar ook weer de Jan Campertpenning bij gekomen.
De gemeente heeft deze onderscheiding nieuw leven ingeblazen. De penning is een eerbetoon aan burgers die zich, niet vanuit een functie maar als privé-persoon, op uitzonderlijke wijze verdienstelijk maken voor Spijkenisse.
Betrokkenheid bij en inzet voor de gemeenschap is in alle lagen van de bevolking te vinden. De gemeente wil dat koesteren. Vandaar dat zij de Jan Campertpenning in ere heeft hersteld. Met deze penning, die al circa dertig jaar niet was uitgereikt, heeft Spijkenisse weer een herkenbare gemeentelijke waardering voor personen die zich belangeloos manifesteren met projecten op sociaal, maatschappelijk, cultureel of economisch gebied.
Zoon van de stad
Jan Campert is een van de ‘zonen van de stad’. Hij werd op 15 augustus 1902 geboren, in een huis aan de Vierambachtenboezem. Op driejarige leeftijd verhuisde het gezin naar Zeeland. Campert ontwikkelde zich later tot een kundig journalist, dichter, columnist, toneelcriticus en literair gangmaker in Amsterdam en Den Haag.
Hij trouwde met de actrice Joekie Broedelet, onder andere bekend van de gastrollen die ze op latere leeftijd speelde bij Van Kooten en De Bie. In 1929 kregen ze een zoon, Remco, op dit moment een van de grote schrijvers van Nederland. Hij scheidde in 1932 en hertrouwde in 1936 met de schrijfster Clara Eggink.
Verzet
Op 9 april 1941 las Jan Campert in de illegale pers over de dood van vijftien leden van het verzet en van drie deelnemers aan de Februaristaking. Hij raakte diep onder de indruk van het bericht en schreef er het beroemde ‘Lied der Achttien Doden’ over. In 1942 werd hij gearresteerd wegens hulp aan de Joden en naar de gevangenis in Breda overgebracht. Op 12 januari 1943 stierf hij, veertig jaar oud, in het concentratiekamp Neuengamme bij Hamburg. Het gedicht werd een maand na zijn dood verspreid.
Sociaal en loyaal
Jan Campert kwam uit voor zijn overtuiging en toonde zich daarbij een sociaal en loyaal mens, ongeacht de consequenties. Vanwege zijn voorbeeldfunctie heeft de gemeente zijn naam aan de penning verbonden. Vertaald naar deze tijd is de penning bedoeld voor mensen die bruggen bouwen, in de samenleving een voortrekkersrol vervullen, de kar trekken, standvastig en volhardend maatschappelijke doelen nastreven en integratie en gemeenschapszin op een hoger plan tillen.
Omstreden
Na de oorlog werd Jan Campert omstreden Op 19 februari 2005 verscheen een artikel in NRC Handelsblad van de hand van Godert van Colmjon, waarin voormalig verzetsman Gerrit Kleinveld verklaarde in 1970 van Jan van Bork (1909-1987) te hebben vernomen dat Campert was omgebracht door medegevangenen omdat hij de namen van de geheime kampraad aan de Duitsers had verraden – naar wordt beweerd om een betere behandeling te verkrijgen.
Met kampraad wordt de leiding van een communistische organisatie bedoeld, zoals die in meerder concentratiekampen voorkwam; daarbij moet bedacht worden dat het woord raad een vertaling van het Russische woord sovjet is. In 1941 en 1942 zijn er zeer veel Nederlandse communisten naar Neuengamme gestuurd. Van Bork, een medegevangene van Campert, was in Neuengamme, naar eigen zeggen, blokoudste van de barak waar Campert op dat moment verbleef. Uit respect voor de familie van Jan Campert hadden deze verzetsmensen steeds gezwegen over Camperts rol in Neuengamme. Historici en ook Camperts zoon Remco noemden de verklaring van de verzetslieden “aannemelijk”.
Onderzoek
Naar aanleiding van deze beschuldigingen liet de gemeente Den Haag, die destijds de Jan Campert-stichting had opgericht, nader onderzoek doen door de gemeentearchivaris Charles Noordam. De meeste van de beschuldigingen werden door hem als “onwaarschijnlijk” omschreven. Zo wordt het verhaal over zijn dood naar het rijk der fabelen verwezen: Campert overleed volgens de Duitse registratie aan tuberculose, opgelopen in de strenge winter van 1943. Hier moet bij bedacht worden dat vaak verzonnen doodsoorzaken in de Duitse rapporten opgenomen werden, wel was in die periode de sterfte erg groot en Campert was met zekerheid in het Revier opgenomen. Ook bleek Van Bork in een andere barak dan Campert te hebben gezeten.
Uit het rapport rijst eerder het beeld op van een man, die in de beginjaren van de oorlog te ver ging in werk voor de bezetter, maar zich later aanmerkelijk heldhaftiger gedragen heeft dan de gemiddelde Nederlander. Of, om de dichter en voorzitter van de Jan Campertstichting Anton Korteweg te citeren:‘Campert is een Nederlander geweest met het hart op de goede plaats die af en toe een verkeerde stap heeft gezet door de financiële problemen waarin hij verkeerde.’
Iemand voordragen?
Kent u iemand die volgens u in aanmerking komt voor de Jan Campertpenning? Neem dan contact op met de afdeling kabinet van het gemeentehuis: (0181) 696 196. Mailen kan ook: gemeente@spijkenisse.nl.