De initiatiefnemers van Windpark Slufterdam, Eneco en Nuon onderzoeken samen met natuurbeheerder Stichting het Zuid-Hollands Landschap (ZHL) hoe zij het natuur- en recreatiegebied in de directe omgeving van het windpark op de Rotterdamse Maasvlakte kunnen versterken. Hiertoe hebben zij een intentieovereenkomst getekend voor een jaar waarin de partners ook kijken naar mogelijkheden voor voorlichting over windenergie.
De drie partijen willen gezamenlijk concrete projecten ontwikkelen op het gebied van duurzaamheid, natuur en recreatie in de directe omgeving van het windpark. Als over een jaar de uitkomst van dit proces positief is, gaan de partners een samenwerking aan voor de duur van 15 jaar. Daarbij zullen Eneco en Nuon jaarlijks een bedrag van 20.000 euro investeren in de gebieden van het Zuid-Hollands Landschap rond het windpark. Hiermee kan ondermeer de kwaliteit van het beheer van de Duinen van Oostvoorne op peil worden houden. Tevens worden de mogelijkheden van het verduurzamen van bezoekerscentrum Tenellaplas onderzocht, bijvoorbeeld door het installeren van zonnepanelen.
De energiebedrijven Nuon en Eneco onderstrepen met de samenwerking dat ze bij de Maasvlakte niet alleen werken aan de verdere verduurzaming van de energievoorziening, maar dat ze ook belang hechten aan de natuur in de omgeving van het windpark.
Nuon en Eneco willen de huidige 17 windmolens op de Slufterdam vervangen door 14 grotere windmolens. Door de opschaling zal de capaciteit van het windpark meer dan verdubbelen en wordt er stroom opgewekt voor 40.000 tot 60.000 huishoudens per jaar. Dit voorjaar verwachten Nuon en Eneco de omgevingsvergunning te verkrijgen. Als alles volgens plan verloopt, kunnen de nieuwe windmolens tussen medio 2017 en medio 2018 in gebruik worden genomen.
Stichting het Zuid-Hollands Landschap beheert circa 4.500 hectare natuur in en rond de Randstad en de haven van Rotterdam. Haar doel is de natuur en het landschap te beschermen en te verbinden met bewoners door gebieden open te stellen voor natuurgerichte beleving.